Ontzilting van zeewater
De T.M.V.W. komt de eer toe als eerste waterleidingbedrijf het initiatief genomen te hebben, samen met de private sector, om een proefinstallatie voor ontzilting van zeewater te realiseren.
Dat stond in de speech van Minister De Saeger toen we 50 jaar TMVW vierden in 1973. Hoe ging dat dan? In 1965 dacht directeur Roger Boone al na over het ontzouten van zeewater als oplossing voor de Problemen der T.M.V.W. Lees: het gebrek aan voldoende drinkwaterbr
Lees meer
De T.M.V.W. komt de eer toe als eerste waterleidingbedrijf het initiatief genomen te hebben, samen met de private sector, om een proefinstallatie voor ontzilting van zeewater te realiseren.
Dat stond in de speech van Minister De Saeger toen we 50 jaar TMVW vierden in 1973. Hoe ging dat dan? In 1965 dacht directeur Roger Boone al na over het ontzouten van zeewater als oplossing voor de Problemen der T.M.V.W. Lees: het gebrek aan voldoende drinkwaterbronnen. De zware kost van ontzilting deed hem echter besluiten - en ik herhaal dat het hier dus om een persoonlijke mening gaat - dat, alle voor- en nadelen bekeken en gewogen, de T.M.V.W. indien dit nodig wordt, het best haar toevlucht zou nemen tot een levering van 110.000 m³/dag van Maaswater door de B.I.W. geleverd, eerst uit Tailfer, later uit de stuwdam der Semois. In hoeverre deze vrome wens niet door allerlei opposities – toeristische, politieke en andere – zal beknot worden, is door mij niet uit te maken.
Rond 1970 kwam ontzilting opnieuw in beeld. Er kwam een prototype in Bredene (in de wijk Sas-Slijkens). Vanaf 1975 kon het project rekenen op de goedkeuring en financiële steun van de Belgische staat.
Voormalig collega Paul Meeus: Het ontzilten gebeurde in Sas-Slijkens door destillatie van het zeewater. De nodige warmte voor de destillatie werd geleverd door de stoomketel die instond voor de productie van elektriciteit. Het gedestilleerde water dat uit de ontzilter kwam, was ongeschikt als drinkwater, want door de zeer lage mineralisatie was het agressief. Bovendien was het bij het verlaten van de ontzilter te warm om rechtstreeks in het net gepompt te worden. Ook konden de problemen van corrosie en afzettingen in de ontzilter zelf nooit volledig worden opgelost. Het was echter de petroleumcrisis van 1973 die deed besluiten dat het project financieel niet haalbaar was. Er werd gezocht naar alternatieve warmtebronnen om het ontziltingsproject te kunnen verder zetten. Maar die voorstellen waren technisch en financieel niet haalbaar, dus is het bij testen en ontwerpen gebleven.
Dankzij onze blijvende investeringen in technologische innovatie is ontzilting vandaag niet langer toekomstmuziek. Getuige ons waterproductiecentrum in Oostende en het proefproject aan de Ganzepoot in Nieuwpoort.
Op de foto’s:
1 en 2: Bezoek van Prins Albert aan het ontziltingsstation in 1973
3 en 4: Bezoek van het kaderpersoneel aan het ontziltingsstation in 1975
Lees minder